Beschrijving
De eerste kerk (1414) werd anderhalve eeuw later door brand verwoest. de tweede kerk werd in 1648 door hervormden ingenomen. Pas eind 1880 kregen de katholieken de kerk weer terug en lieten deze restaureren en uitbreiden naar ontwerp van architect Carl Weber.
In 1930 is de oude kerk (behalve de toren) gesloopt, omdat deze weer te klein was. De geheel nieuwe kerk is gebouwd door de Bossche architect H.W. van de Valk. De vele spaarvelden (ondiepe blindnissen waardoor materiaal uitgespaard wordt) (foto) zijn kenmerkend voor de Kempense of Kempische gotiek: een plattelandsvariant van de Brabantse gotiek en komt vooral voor in de Kempen. Op grote schaal toegepast bij de bouw van kerken: eenvoudig van opzet en gebouwd van baksteen (in deze streek werd geen natuursteen gevonden, die wel kenmerkend was voor de klassieke gotiek). De kerktoren is vaak het pronkstuk, rijk gedecoreerd d.m.v. van nissen en met natuursteen. Ook werden romaanse details toegepast. Van dit type dorpskerk resteren in N-Brabant nog slechts weinig exemplaren.
De Moergestelse kerk was omgeven door een laag, afgeschuind muurtje van kloosterm
oppen. Het dak heeft de leitjes van de gesloopte kerk van de Noordhoek (Tilburg).
De vier grote glas-in-lood ramen (fel gekleurde, kleine stukjes antiek glas, bedekt met een zware grisaillelaag) zijn van glazenier Toon Ninaber van Eyben (1896-1977) (foto). Ook zijn er ramen van Egbert Dekkers en het Caecilia-raam van Derix.
Het Rijksmonument kent twee grote restauraties aan de toren: rond 1980 en 2000.
(Bron: archieven N. Smits Moergestel/De Kleine Meijerij 1982/rkd.nl)